SUIKERVRIJ
Opdrachtgever: Gemeente Groningen
Ontwerp: krft

Bekijk het plan zoals het in de tentoonstelling te zien is (PDF)
Suikervrij is een studie naar de potentie van de Suikerzijde, de grootste ontwikkellocatie binnen de stadsgrenzen van Groningen. Het stedenbouwkundig plan van de Suikerzijde Noord bestaat uit ruime bouwvelden, met veel lucht aan de binnenzijde van de bouwblokken. Deze ruimte kan ingezet worden voor de opgaves van de toekomst. Een integraal, productief landschap kan energie en voedsel leveren, water reguleren en tegelijkertijd mensen uitdagen tot ontmoeting en beweging.
Verleid door die aantrekkelijke binnenruimtes zien de ontwerpers een extra kans: adaptiviteit. De formele kant – de straatwanden – is instrumenteel in het maken van kwalitatieve openbare ruimte. Aan de binnenzijde ligt de informele zijde, waar het experiment, groei en flexibiliteit lonken. Deze tweede plannings-laag maakt het mogelijk om in te spelen op toekomstige veranderingen. Veranderende woonvormen, nieuwe urgenties en verhoging van de dichtheid zijn mogelijk in die vrijzone, binnen in het bouwblok.
Om de potentie van deze vrijzone aan te tonen koppelden de architecten vier bouwvelden uit het stedenbouwkundig plan tot één superblok. Hier zien ze ruimte voor een open, adaptief plan, dat vrijheid geeft voor experiment, speelsheid en tijdelijkheid. De esprit die het Suikerterrein voorheen bood, kan hier doorleven.
De bouwblokken die de straatwanden maken, vormen samen een ring rondom het binnengebied. Ze hebben een formele straatzijde en een informele, soms productieve landschapszijde. Dit kan aan de woonkades en -straten voor het wonen ingezet worden, met een voordeur aan de straat en een collectieve tuin erachter. Aan de stadsstraten en singels kunnen ook de in de plint gesitueerde functies gebruik maken van deze tweezijdigheid: een bakker die zijn bakkerij op het achterterrein heeft, een groenteman met kassen in het binnengebied of een school met haar plein aan de informele kant.

Onder de bouwblokken is ruimte voor parkeren, om het binnengebied volledig autovrij te houden. Dit wordt half-verdiept opgelost, om in te spelen op het toekomstige verminderen of zelfs verdwijnen van automobiliteit.
Het historische polderlandschap biedt inspiratie voor het maken van een sterke landschappelijke structuur, waarin voetgangerspaden en waterlopen een noord-zuidverkaveling maken, die door het blok zicht biedt op het Hoendiep. Binnen de slotenstructuur kunnen speelplekken, sportvelden, moestuinen, waterretentiebekkens, microbossen en ligweides een plek vinden en de genoemde urgenties invullen.
Langs de paden kunnen door de tijd heen nieuwe kleinschalige ontwikkelingen plaatsvinden. Alternatieve woonvormen, maatschappelijke functies of werkplekken, die lastiger in de straatblokken te faciliteren zijn. Grondgebonden wonen, flexwonen en groepswonen kunnen hier landen en de woningdichtheid stap voor stap verhogen. Door dit op een circulaire manier uit te voeren ontstaat een permanente tijdelijkheid, en kan dit binnengebied zich aanpassen aan toekomstige wensen en typologieën.
PLATINALAAN
Opdrachtgever: Patrimonium
Ontwerp: Koen van Velsen architecten

Bekijk het plan zoals het in de tentoonstelling te zien is (PDF)
In opdracht van Patrimonium deed Koen van Velsen architecten een studie naar de Titanium- en Platinaflat aan de Platinalaan in Vinkhuizen. De directe aanleiding vormt de toekomstige aansluiting op WarmteStad en de benodigde verduurzaming van de bestaande gebouwen. Maar de studie beperkt zich niet tot deze vragen. De bredere opgave – de noodzaak om de bestaande woningvoorraad te verduurzamen – biedt een kans om de gebouwen én de woonomgeving integraal te verbeteren.
De architecten gebruiken de voor de wijk zo kenmerkende blinde kopgevels als thema. Verduurzaming vraagt vaak om aanpassingen aan deze gevels. Door hier op wijkniveau strategisch mee om te gaan ontstaat de mogelijkheid om de samenhang en herkenbaarheid van de wijk te verbeteren. Daarnaast ontdekten de ontwerpers de originele opzet en alle veranderingen in de wijk, het winkelcentrum en het plangebied. Uit waardering hiervoor stellen ze voor om de bomenrij rondom het centrumgebied terug te brengen. In aansluiting op de veranderingen wordt het idee van het bouwblok met een groene binnenruimte omarmd in het ontwerp.
De gemeenschappelijke tuin krijgt weer een belangrijke rol in het plangebied. De tuin wordt een kwalitatief onderdeel van de woonomgeving voor bewoners en buurt, als plek voor ontmoeting en ontspanning. Verschillende vruchten- en notenbomen zorgen voor kleur en een afwisselend beeld door het jaar heen. Diverse lagen inheemse beplanting en kruidenmengsels ten behoeve van insecten en andere dieren verhogen de biodiversiteit. De buurthuiskamer maakt deel uit van de tuin. Het ontwerp van de buitenruimte geeft een kader waar in samenspraak met de bewoners verdere invulling aan zal worden gegeven.

In en rondom de gebouwen staan ontmoeting en beleving centraal. De entrees worden zichtbaarder en krijgen meer kwaliteit. Ook de gangen worden verbeterd, met meer ruimte voor gemeenschappelijke functies. Per verdieping komt een gedeelde ruimte die in overleg met de bewoners kan worden ingevuld als keuken, woonkamer, bibliotheek of logeerruimte.
Verbetering van het wooncomfort is een belangrijk uitgangspunt. Zo wordt de isolatie, maar ook de ventilatie van de gebouwen duurzaam verbeterd. De bestaande glazenwasbalkons worden toegankelijk gemaakt en daarmee onderdeel van de woning. Zo krijgt iedereen een eigen buitenruimte. De balustrades zijn zo ontworpen dat ze kunnen dienen als vensterbank en zo plek kunnen bieden aan planten en bloemen. Daarnaast stellen de architecten voor om de woningen op de begane grond direct toegang te geven tot de tuin, ook op de plekken waar zich nu bergingen en dichte gevels bevinden. Dit zorgt voor een betere relatie tussen binnen en buiten en voor meer leven in de tuin.
In de nieuwbouw naast de bestaande gebouwen aan de zuidzijde van het plangebied, worden nieuwe woningen en woningtypes toegevoegd. Grotere maisonnettewoningen zorgen voor een levendige plint. Vanuit een waardering voor het bestaande zorgen materiaal en detail voor samenhang tussen oud en nieuw. De eenvoudige en heldere grafische opbouw van de oorspronkelijke architectuur is karakteristiek voor de wijk. De ritmering, banden en horizontale en verticale repetitie vormen de inspiratie voor de aanpassingen en toevoegingen aan het plangebied.
De verduurzamingsopgave wordt aangegrepen om het plangebied integraal te verbeteren, en zou niet alleen een technisch vraagstuk moeten zijn. Juist ook de kwaliteit van de woonomgeving, woningtypen, de betaalbaarheid en het wooncomfort moeten hierbij centraal staan.
KERKPAD, WOLTERSUM
Opdrachtgever: Gemeente Groningen
Ontwerp: MINT Architecten

Bekijk het plan zoals het in de tentoonstelling te zien is (PDF)
Wat bepaalt de identiteit of karakteristieke waarden van een plek? Vaak is de manier waarop je een plek of gebouw beleeft onbewust en intuïtief. Alsof je door
je oogharen naar de plek kijkt en het silhouet als uitgangpunt neemt voor het onderzoek; zo voel je het verhaal van die identiteit aan. Door deze verhaalelementen te combineren met harde waarden als een bouwkundige inventarisatie, is MINT Architecten gaan ontwerpen aan deze locatie in het dorp Woltersum.
In het ontwerp zoeken de architecten verbinding en verankering in de omgeving. Zo willen ze tot een ingreep komen die waarde toevoegt aan de omgeving en het dorp. Gesprekken aan de dorpstafel en de wensen van bewoners vormden daarbij de basis.
Onderdeel van het voorstel is een verbinding tussen het voorplein van de kerk en de jeu-de-boulesbaan. Door daarnaast flora en fauna toe te voegen, wordt de biodiversiteit versterkt en ontstaat een nieuwe wandelroute. Bestaande plekken krijgen zo een nieuwe betekenis. Langs de wandelroute komen verschillende soorten bomen en struiken met plukfruit.
Een tweede element van het plan is een woonprogramma met vier woningen, geschikt voor senioren, om zo de doorstroom te bevorderen. De aantrekkelijke, lichte en energieneutrale woningen hebben een fijn formaat. Grote puien met een schuifdeur laten frisse buitenlucht en vogelgeluiden binnen. De hoge ramen zorgen voor veel lichtinval. Met deze oplossing kunnen oudere bewoners betrokken blijven bij hun dorpsgemeenschap en hun sociale vangnet behouden en versterken. Het contact met buren en de levensloopbestendigheid van de woningen dragen bij aan deze kwaliteit van leven.
Het ‘voorhuis’ van het gebouw krijgt een functie als huiskamer voor het dorp. Een plek voor ontmoeting, voor een buurtbieb, medicijnafhaalpunt of expositieruimte. De dorpstuin nodigt dorpsbewoners uit om elkaar te ontmoeten, te spelen of te tuinieren. Verscholen in het gras staan elektrische deelauto’s waarmee ouderen gemakkelijk boodschappen kunnen doen. De dorpshuiskamer met collectieve voorzieningen vervult twee belangrijke behoeften: doorstroom voor ouderen, maar ook woningen voor starters en gezinnen.

De traditionele tuin maakt plaats voor een ecologisch landschap en een gemeenschappelijke dorpstuin. De terrassen van de vier woningen liggen direct aan het groen; deze situatie heeft een bewezen ontspannend effect en draagt bij aan gezond ouder worden. Zo ontstaat een nieuwe, gemengde en diverse groene ader in het centrum van het dorp. De verdunning van de bomen en het toevoegen van nieuwe flora en fauna in het bestaande monotone landschap levert een nieuw ecosysteem op en vergroot de biodiversiteit.
Inspiratie voor volume, geleding in de gevel, vlakverdeling en materiaalgebruik wordt ingezet op een manier die past bij deze tijd en het nieuwe programma. De architecten kiezen voor rode baksteen en aluminium kozijnen. Bestaande elementen worden op een nieuwe manier toegepast.
OSB de Huifkar heeft een centrale ligging in het dorp en is een belangrijk verzamelpunt voor gemeenschappelijke activiteiten. Het kavel is niet bijzonder groot. Desondanks geeft de positie van het gebouw een duidelijke ruimtelijke en programmatische indeling van de plek. De woningen achterin lopen langzaam over in de gemeenschappelijke tuin.
Mede ingegeven door de vraag vanuit het dorp en de dorpenvisie 2020 wordt parkeergelegenheid voor gemeenschappelijke dorpsauto’s of elektrische fietsen gerealiseerd. Deze worden door de bewoners van het dorp aangekocht en zijn door iedereen te gebruiken. Met dit coöperatieve model, naar het mobiliteitsprincipe van DEEL, wordt het delen van vervoer makkelijk en betaalbaar, en gebeurt het zonder winstoogmerk.