Verander de wereld, neem een oorbel

Tekst:
Leestijd: .

De middelste van mijn broer kreeg oorbellen. Dat is spannend en doet ook echt een beetje pijn. Stoere daad dus voor een kind van zeven.

Jammer genoeg raakte één van de oorbellen kwijt, tijdens het klimmen in een boom. Nu moest het kleintje dus nog een keer een gaatje laten schieten. Mijn broer praatte zijn kind moed in en beloofde er ook één te nemen – en hij hield zijn belofte.

Dus nu gaat mijn broer naar zijn keurige ambtenarenbaan met een glinsterende diamant in zijn oor. En dat is van grotere betekenis dan het misschien op het eerste gezicht lijkt.

De kinderen van mijn broer zijn alle drie eigenzinnig en speciaal. De middelste heeft iets wat de andere twee niet hebben: ‘Ik ben zoon én dochter’, zegt P. er zelf over. Mijn broertje en schoonzusje geven het alle ruimte en genieten ervan.

P. is een fantastisch kind. En zo hoort het ook.

Natuurlijk is er ook bezorgdheid: ‘Als de wereld maar liefdevol is en onze P. dezelfde ruimte geeft als wij doen.’ En dat is nu al niet altijd zo.

Het is 2020, maar je eigen gender benden* als je zeven bent is niet vanzelfsprekend. Er is onbegrip en er zijn onvriendelijke reacties van kinderen en ouders.

Misschien worden de verschillen tussen jongens en meiden nu zelfs steviger neergezet dan in de jaren 80. Meiden houden van roze en jongens van blauw. Dat heeft door de vercommercialisering van het spelen een steeds sterkere stem gekregen in onze cultuur.

In het boekje The Politics of Design staat kort beschreven waar de roze-blauw-verdeling vandaan komt. Het is bedacht door warenhuizen in Amerika, na de Eerste Wereldoorlog. De aanleiding: de eenvoudige realisatie dat er meer geld verdiend kon worden als babykleding genderspecifiek werd gemaakt.

Roze werd zodoende de kleur voor jongens en lichtblauw die voor meisjes. In de jaren 40 werd dit, na marktonderzoek, omgedraaid. In het boekje staat nog een bijzonder gegeven: kinderen worden pas gender-bewust vanaf hun zesde of zevende jaar. Behalve als wij er eerder tegen ze over beginnen. 

In haar Bodies That Matter: On the Discursive Limits of 'Sex’ (1993) schrijft Judith Butler dat we gender vormgeven met ons gedrag en onze uitingen. Zo maken we samen ‘de norm’. Iedere dag kiezen we er op die manier voor de bestaande norm te herbevestigen of niet.

Het is makkelijker de norm te volgen, want als je doet wat de heersende cultuur verwacht kom je minder weerstand tegen. Maar dat betekent dus ook dat we iedere dag de kans hebben de norm te bevragen en te veranderen. Dat kan door jouw eigen weg te volgen, te doen waar je zelf zin in hebt. Om dat te kunnen moet je jezelf goed kennen en de schuring en het ongemak van een weg tegen de stroom in trotseren.

Ooit zag ik op MTV een vrouwelijke rapper die zei: ‘Ik ben jongensachtig, want ik houd van boksen.’ Dat heb ik altijd een grappige uitspraak gevonden, want waarom is ‘de norm’ – het verhaal dat we met elkaar over elkaar vertellen – sterker dan de ervaring en voorkeuren van het individu? Waarom zei ze niet: ‘Boksen is ook voor meisjes, want ik ben er gek op!’

Een helder voorbeeld hiervan is ook het verschil in beschrijving van het door Stella Bergsma geïntroduceerde ‘sletvrees’. Ze bedacht het woord zelf, in haar optiek betekent het ‘de angst voor onbeteugelde vrouwelijke seksualiteit’. Het woord is zelfs opgenomen in de Dikke van Dale. De betekenis krijgt daar overigens een andere lading: ‘angst van vrouwen om voor slet te worden aangezien’. Al met al overwint hier de algemeen heersende norm van ‘het keurige meisje’.

Terug naar mijn broertje en zijn P. De norm bevragen als je 7 bent – niet omdat je activist bent, maar omdat je nu eenmaal in bomen klimt én met een roze eenhoornbril de wereld in kijkt – is zwaar. Ook als je ouders je de ruimte geven zelf te kiezen. Je bent namelijk iedere dag weer alleen op school. Steeds weer alleen in de wereld die voortdurend herbevestigt dat jij haar anders ziet.

Mijn broer doet intussen iets groots. Niet alleen geeft hij P. de ruimte zelf te kiezen, de wereld zelf in te kleuren: hij kleurt mee!

Door zelf ook een oorbel te nemen (mét diamant) doet hij veel meer dan alleen zeggen: ‘Ga je eigen weg, jij bent de baas over jouw gender.’ Hij laat zo zien: ‘Ik doe met jou mee’ en ‘Samen herschrijven we de norm’. Niet alleen als ik bij jou ben, maar ook als ik op mijn werk ben en jij op school. Samen maken we de wereld een beetje anders.

* Gender = de cultuur-, gedrags- en identiteitsaspecten van masculiniteit en femininiteit. Meer lezen over gender? Lees: 'Acht pijnlijke vragen over gender die je niet durfde te stellen'.

Om op een fijne, circulaire en eerlijke manier op deze aardkloot te kunnen blijven leven moet er veel veranderen: systemen moeten om, steden en huizen moeten anders en ook ons gedrag heeft een make-over nodig. Met een open en nieuwsgierige blik gaat Maartje ter Veen voor GRAS en Noorderbreedte een driewekelijkse zoektocht aan. In de overtuiging dat het kleine meer invloed heeft dan we doorgaans beseffen.