De perken van je eigen anderhalve meter
Om op een fijne, circulaire en eerlijke manier op deze aardkloot te kunnen blijven leven moet er veel veranderen: systemen moeten om, steden en huizen moeten anders en ook ons gedrag heeft een make-over nodig. Met een open en nieuwsgierige blik gaat Maartje ter Veen voor GRAS en Noorderbreedte een driewekelijkse zoektocht aan. In de overtuiging dat het kleine meer invloed heeft dan we doorgaans beseffen.

Foto: Peter de Kan
‘Binnen de perken zijn de mogelijkheden even onbeperkt als daarbuiten’, schreef Jules Deelder. Maar hoe genereus is de lege stad? Hoe genereus is de stedeling wanneer de openbare ruimte liefst alleen gebruikt wordt om elkaar te passeren – ruimte om je te verplaatsen voor enkel het broodnodige?
Blijf thuis!
Houd afstand!
Dat zijn op dit moment onze perken. Belangrijke perken bovendien, want met thuisblijven red je levens. Urgenter kun je het niet krijgen. Het spontaan ontmoeten van ‘de ander’ is hiermee (tijdelijk) uit de stad, uit onze samenleving verdwenen.
Natuurlijk kom je tijdens je dagelijkse ommetje of wekelijkse boodschap weleens iemand tegen. Juist op die momenten zie je andere mensen. Maar die ontmoetingen zijn niet zelden ongemakkelijk. Ze gaan soms zelfs met enige knorrigheid gepaard. Want lang niet iedereen houdt genoeg afstand of is zich bewust van hoeveel anderhalve meter nu precies is.
Rutte heeft ons al beloofd: ‘De anderhalvemetersamenleving blijft nog geruime tijd bij ons.’ Natuurlijk moeten onze experts bedenken wanneer er weer meer vrijheid kan zijn. In de tussentijd is het handig als ontwerpers, architecten en stedenbouwers nadenken over hoe we deze wereld op een prettige manier vorm kunnen geven.
Mark, Wopke, Hugo, Jaap, Diederik, Ferdinand: ze geven ons richting. De ruimte om ons heen schept de mogelijkheden en samen maken wij het nieuwe gebruik. De som van ons gedrag is op dit moment van grote invloed op de wereld om ons heen.

DIY: anderhalve meter
Er zit een vertraging in de reactie van bouwers, architecten en stedenbouwers. Meer dan ooit zijn we allemaal aan zet, zijn we samen verantwoordelijk voor het bouwen aan een wereld die veilig én prettig is. We kunnen niet wachten tot de architecten en stedenbouwers de ruimtes hebben aangepast op ons nieuwe normaal.
Op verschillende plekken in de stad wordt de maat gemaakt: met scheidingswanden in winkels, met tape op straat en met waarschuwingsborden in parken. Maar wat is de maat nu echt?
In feite gaat het steeds om anderhalve meter tussen jezelf en de ander. Dat is dus altijd meer dan een cirkel met een straal van anderhalve meter. Deze afstand wordt beïnvloed door de ruimte die jijzelf inneemt. Wat je doet en hoe je beweegt bepaalt de afstandscirkel om je heen. Onderzoeken over een grotere maat bij verschillende activiteiten laat ik hier achterwege.
Door de maat uit te tekenen – niet op papier, maar in de openbare ruimte – ontstaat ruimte voor ontmoeting
In Ernst Neuferts Architects’ Data – de matenbijbel der architecten – staat een gemiddelde breedte van 62,5 centimeter per persoon. Voor iemand die in beweging is tel je daar 10 procent bij op. Omdat alleen levende standbeelden stokstijf stilstaan in de openbare ruimte, neem ik een ruime 70 centimeter voor de breedte van de stilstaande mens. Daar komt dan nog een straal van anderhalve meter bij. In totaal gaat het hier dus om een cirkel met een straal van 1,85 meter.
Het is belangrijk om die maat op straat te laten zien! Letterlijk, als visuele verheldering. Zodat we zien over welke afstand het nu werkelijk gaat. Niet alleen voor nu, de tijd waarin we vooral thuis moeten blijven, maar juist ook voor straks. Als we meer vrijheid krijgen en anderhalve meter blijft de richtlijn, dan moeten we op een bewuste en positieve manier om kunnen gaan met deze maat.

Foto: Peter de Kan
Anderhalve meter afstand doet veel met de interactie in de stad, de interactie met anderen. Ongemakkelijk is het. Het voelt niet fijn. Soms is het lastig om aardig te blijven voor mensen die te dichtbij komen. Is er in de anderhalvemetersamenleving nog ruimte voor ontmoeting?
Door de maat uit te tekenen – niet op papier, maar in de openbare ruimte – ontstaat ruimte. Ruimte voor ontmoeting: je weet nu op welke afstand je een spontaan praatje kunt maken. En je ziet direct waar het te krap is.
Er ontstaat ruimte om te bedenken met welke intentie jijzelf in jouw cirkel staat. Geef je ruimte? Of houd je afstand? Het verschil lijkt misschien klein, maar het is groot.
De nieuwe beperkingen zullen nog een tijd bij ons blijven, maar het leven stopt niet! We zijn samen deze samenleving.

De spelende mens
De zin van Jules Deelder roept ons op om binnen de perken vrij te blijven. Te blijven leven. Te blijven genieten. Te blijven ontmoeten.
Het is goed mogelijk dat het je zwaar valt de ruimte op te zoeken. Het zijn ook donkere en sombere tijden. Maar juist nu mogen we het spelen niet vergeten. Het is leven, het is cultuur, het is de essentiële kern van onze vrijheid.
Niet voor niets schreef Johan Huizinga (1872-1945) zijn Homo Ludens in de sombere jaren dertig. Léon Hanssen verwoordde het in 2014 in een interview met Trouw zo: ‘Voor Huizinga stond vast dat de mens (…) een spelende mens [is]. (…) Als de mogelijkheid tot spelen onder druk komt te staan, is (…) de hele cultuur in het geding.’
Van de beperking van anderhalve meter zijn we voorlopig nog niet af. Aan ons de taak dit perk zelf in te kleuren. Binnen de perken te blijven dansen, spelen, leven en ontmoeten.
***
Studio MARCHA! is alvast begonnen met het tekenen van afstandscirkels, om te ontdekken waar en hoe we elkaar kunnen ontmoeten en passeren. Je vindt ze bij de Der Aa-kerk, in het Noorderplantsoen en in het Stadspark. En passant werd ook ontdekt dat de bankjes in het Noorderplantsoen eenpersoonsbankjes zijn geworden.

Deze column is ook te lezen op de website van Noorderbreedte.