Erfgoed strategisch verwerven: maak er werk van
De gemeente Groningen kocht onlangs de Biotoop in Haren, en denkt na over het aankopen van de voormalige Niemeyer-fabriek in de stad. Deze plekken krijgen daarmee een kans op een mooie, nieuwe toekomst. Maar vergeet de gemeente niet een plek?
Bellen klingelen, sneeuwvlokjes dwarrelen. De kerstman was vroeg dit jaar. Kort geleden redde de gemeente Groningen de Biotoop van een ongewisse toekomst. Het Niemeyer-complex staat ook op het wensenlijstje.
Wat die toekomst dan nu wel precies gaat inhouden, weet de gemeente nog niet. Het zal iets met broedplaatsen zijn, met plek voor iedereen en met respect voor het gebouwde erfgoed. Tenminste, dat hoop ik.
Over herbestemmingen als deze gaat goed nagedacht worden, dat weet je. Zo komt er in overleg en samenwerking met ons Groningers vast iets goeds tot stand. Zonder al te veel kaderstelling verwierf de gemeentelijke kerstman namens ons het eigenaarschap, om van plekken als de Biotoop iets moois te maken.
Het enige smetje op de feestvreugde is dat de kerstman één pakketje vergeten is: de met sloop bedreigde voormalige strokartonfabriek De Halm in Hoogkerk.
Er zijn tal van argumenten aan te dragen om De Halm snel als monumentaal erfgoed te gaan behandelen. Eigenlijk is het zelfs wonderlijk dat de fabriek niet allang zo behandeld wordt, inclusief het bijbehorende buurtje. In de vroege jaren 90 werd het complex namelijk al vol op waarde geschat, dertig jaar geleden inmiddels.
We zouden de fabriek natuurlijk alsnog de status van monument kunnen geven. Maar er zijn meer mogelijkheden om De Halm veilig te stellen. Mogelijkheden die met het oog op een toekomstige doorontwikkeling van de fabriek en het omliggende terrein misschien zelfs veel beter zijn dan die monumentenstatus.
De belemmering van een monumentenstatus
Zo’n monumentenstatus kan namelijk ook belemmerend werken, of zelfs leiden tot ideeënarmoede. Kijk bijvoorbeeld naar de Groninger binnenstad: een beschermd stadsgezicht bomvol monumenten. Jarenlang was ‘contrast’ tussen oud en nieuw daar een belangrijk criterium bij het verbouwen van beeldbepalende en karakteristieke panden. En nu zitten we met de gebakken peren: legio wanstaltige op- en aanbouwen met een twijfelachtig ‘contrast’. Maar: ze voldoen aan de criteria. Betere ontwerpen verdwenen in de prullenbak vanwege onvoldoende contrast.
Gelukkig doen we dat niet meer op die manier. Toch illustreert het dat een monumentenstatus niet altijd zaligmakend is. Het kan zelfs tot nieuwe heilloze dogma’s leiden, zo ook in Hoogkerk bij De Halm.
Als je al naar het ‘monumenteninstrument’ grijpt, dan zul je vooraf hele duidelijke en goede kaders moeten stellen over wat wel en niet kan. Maar let op: geen ontwerpkaders. Veel beter is het om architecten echt tot hun recht te laten komen. Dat doe je niet door ze het bos in te sturen met de opdracht tot het creëren van ‘contrast’, of een variant daarop.
Geef ontwerpers de ruimte en de vrijheid om gewoon een steengoed plan te ontwerpen. En beperk die niet door er vooraf al een monumentaal-planologisch-juridisch kader overheen te leggen. Dat kan altijd achteraf nog, nadat de kansen zijn verkend en er een fantastisch plan op tafel ligt waar iedereen enthousiast van wordt. Kortom: zorg voor behoud, maar beperk jezelf niet.
Kansrijke instrumenten
In onze juridische planologie heeft het idee postgevat dat we met bestemmingen en regels de ruimte scheppen om dingen mogelijk te maken. Dat is een enorme misvatting. Zoals een door mij hoog gewaarde planoloog placht te zeggen: ‘Wij maken al het andere onmogelijk.’
Met dit besef is de kans groot dat we met het vooraf opstellen van monumentale kaders De Halm en onszelf het beste én mooiste plan ontzeggen. Dat zou een gemiste kans zijn. Andere instrumenten voor behoud van dit erfgoed zijn wat mij betreft kansrijker dan het opleggen van een status. De overheid heeft er diverse tot haar beschikking.
Veruit het beste instrument is strategisch verwerven. Aankopen dus! Dat kan desnoods met het opleggen van een voorkeursrecht (WVG), onderbouwd met een visie en duiding van het belang van deze plek en dit gebouw. Dat laatste lijkt me eenvoudig: knip en plak dit artikel. De sloopvergunning kun je daarmee ook direct weigeren. Als we nu ingrijpen lonkt een nieuwe toekomst voor De Halm.
Het mooie is: er zijn steeds meer voorbeelden die laten zien hoe we ons gebouwd erfgoed – met of zonder status – nieuw leven en nieuwe betekenis kunnen geven. Er zijn zelfs partijen die er hun vak van hebben gemaakt.
Kijk maar eens naar de projecten van maatschappelijk ingestoken organisaties als de Stichting BOEi of het meer zakelijke COUP. Ook grote ontwikkelende partijen als Synchroon, BPD en Heijmans laten zien dat erfgoed van enorme waarde kan zijn als katalysator voor gebiedsontwikkelingen. Projecten als Fenix 1 in Rotterdam, de transformatie van de Willem II-kazerne in Tilburg, de ontwikkeling van het Cobercokwartier in Arnhem, het Slachthuisterrein in Haarlem, Wisselspoor in Utrecht of het Honigcomplex in Nijmegen laten zien wat er mogelijk is.
En hadden wij niet vroeger niet het SIG, de Stichting Industrie- en Handelsgebouwen Groningen, onze eigen BOEi? Moeten we daar niet weer eens iets mee? De stichting bestaat nog en kan dus zo uit de mottenballen. Als de gemeente Groningen zichzelf nog een extra (verlaat) kerstcadeautje gunt, dan weet ik zeker dat met dit soort maatschappelijk bewogen partijen prima samen te werken is. Hetzelfde geldt voor grote ontwikkelende partijen die de waarde van erfgoed voor toekomstige gebiedsontwikkeling allang inzien.
Uit welingelichte kringen heb ik vernomen dat al meerdere partijen staan te trappelen om met De Halm aan de slag te gaan. Als overheid hoef je het echt niet allemaal alleen te doen: we doen het samen!
Fijne kerst!
Headerafbeelding: Ansichtkaart De Halm, vervaardigd door Boekhandel Roorda, Hoogkerk. Uit de collectie van Historische Vereniging Hoogkerk. www.beeldbankgroningen.nl